Bestuurder aansprakelijk wegens onjuiste verklaring
Onlangs is weer eens gebleken dat een bestuurder van een BV een goed gevoel voor risico’s moet hebben en zorgvuldig moet handelen.
Wat was er aan de hand?
Een BV geeft haar inventaris in onderpand als zekerheid voor geleende bedragen. Zij vestigt twee pandrechten: een eersterangs pandrecht aan een bank en een tweederangs pandrecht aan een zuster-BV. Nadat de kredietrelatie met de bank is beëindigd, verleent de BV aan een andere bank het eersterangs pandrecht. De bestuurder verklaart in de pandakte met de nieuwe bank dat er op de goederen geen ander pandrecht rust. Dat is dus niet juist. Als de nieuwe bank ontdekt dat dit niet juist is, plaatst zij de BV onder bijzonder beheer. En het plaatsen onder bijzonder beheer berokkent de BV schade.
De bestuurder kan een ernstig verwijt worden gemaakt, oordeelt Hof Den Bosch. De BV kan de schade als gevolg van het overplaatsen naar bijzonder beheer verhalen op de inmiddels ex-bestuurder.