Ontslag met wederzijds goedvinden
Voor ontslag met wederzijds goedvinden geldt een wettelijke bedenktijd van twee weken. Als u als werkgever de werknemer niet binnen twee werkdagen na zijn instemming met de beëindiging wijst op deze bedenktijd, dan geldt zelfs een bedenktijd van drie weken. Tot zover de regels. Maar nu de praktijkvraag: wanneer begint de termijn te lopen? Wanneer is sprake van instemming?
De nieuwe regels per 1 juli 2015 komen via rechterlijke uitspraken tot leven. In dit geval mailde de advocaat van werknemer op 21 september 2015 dat zijn cliënt akkoord ging met de aangepaste beëindigingsovereenkomst. De werknemer was tijdig gewezen op zijn bedenktijd. Op 28 september werd de overeenkomst getekend. En op 9 oktober 2015 bedacht de werknemer zich. Te laat?
De kantonrechter knoopt niet aan bij het moment van juridische overeenstemming (21 september) maar bij het moment van ondertekening (28 september) van de overeenkomst. De werknemer is in dit geval nog op tijd.
Let op: deze ene uitspraak is niet maatgevend. Het verdient aanbeveling in de beëindigingsovereenkomst zelf op te nemen dat de bedenktijd na ondertekening gaat lopen.