Reiskostenvergoeding bij opvolgende arbeidsovereenkomsten
Een werknemer met een tijdelijk contract krijgt een te hoge reiskostenvergoeding. Moet hij afrekenen op 30 juni als zijn contract wordt omgezet naar een vast contract?
Een werknemer met een tijdelijk contract krijgt een vergoeding van € 0,30 per kilometer voor dienstreizen. Het verschil met de onbelaste vergoeding van € 0,21 (2024 voorgesteld: € 0,23) wordt normaliter aan het eind van het jaar belast. Per 1 juli krijgt de werknemer een vast contract aansluitend op het tijdelijke. Leidt dit tot afrekening per 30 juni?
Over deze vraag heeft een kennisgroep van de Belastingdienst een standpunt gepubliceerd.
Volgens een praktische regeling kan de werkgever eenmalig, aan het eind van het kalenderjaar, bovenmatige met ondermatige kilometervergoedingen salderen. Het zou namelijk administratief onnodig lastig zijn om bij elke uitbetaling van de reiskostenvergoeding de fiscale gevolgen in kaart te moeten brengen.
Deze administratieve bezwaren doen zich zowel voor bij een werknemer die het gehele jaar door dezelfde arbeidsovereenkomst heeft als bij een werknemer waarbij de arbeidsovereenkomst in de loop van het kalenderjaar aansluitend wordt opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Volgens de kennisgroep voor toepassing van de salderingsregeling is daarom fiscaal sprake van een voortgezette dienstbetrekking. Saldering kan dan eenmalig aan het eind van het kalenderjaar plaatsvinden.