Vanaf 2017 nieuwe tarieven in box 3
Tijdens Prinsjesdag is voorgesteld dat vanaf 2017 het rendement van 4% voor de Box 3 –heffing gaat veranderen. Het tarief van 30% blijft wel hetzelfde. Zie hieronder voor de verwachte rendementen.
Schijf |
Box 3 vermogen (€) |
Rendement |
Per saldo |
1e |
0 – 100.000 |
2,9% |
0,87% |
2e |
100.000 – 1 mil. |
4,7% |
1,41% |
3e |
1 mil. of meer |
5,5% |
1,65% |
Er wordt op basis van werkelijk gerealiseerde marktrendementen in het verleden een gemiddeld rendement bepaald voor spaargeld (1,63%) en beleggingen (5,5%). Deze rendementen worden jaarlijks opnieuw bepaald.
Het forfaitair rendement is gebaseerd op de gemiddelde verdeling van het box 3-vermogen over spaargeld en beleggingen (de vermogensmix). In grotere vermogens is naar verwachting een groter aandeel beleggingen, waardoor ook het rendement hoger is.
Ook is het voorstel om het heffingvrije vermogen van € 21.330 (bedrag in 2015) met ingang van 1 januari 2017 te verhogen naar € 25.000 per persoon. Fiscale partners mogen net als nu kiezen hoe zij het gezamenlijke box 3-vermogen na aftrek van tweemaal het heffingvrije vermogen onderling verdelen. Anders dan nu, kan de verdeling van de grondslag vanaf 2017 wel invloed hebben op de belastingdruk in box 3, namelijk wanneer een schijfgrens wordt overschreden.
Conclusie
Fiscale partners met een box 3-vermogen kleiner dan € 477.000 zijn voordeliger af met de toekomstige systematiek. Voor alleenstaanden geldt dat bij een box 3-vermogen tot € 239.000.
Let op!
Een 50:50-toerekening is altijd voordelig voor de belastingdruk in box 3 als partners een schijfgrens overschrijden.
Dit zijn geen wetswijzigingen, dit zijn voorstellen die zijn gedaan tijdens Prinsjesdag 2015